De redding van een Berlingo

Aan twee tafeltjes van de knus ingerichte salle à manger werd Engels gesproken. Dat moesten haast wel gasten zijn die hier de nacht hadden doorgebracht en nu genoeglijk zaten te peuzelen aan een petit-déjeuner. Dat vermoeden werd bewaarheid toen ik ze zag afrekenen voor logies en ontbijt.
Ik stapte naar de gemoedelijke eigenaar voor enkele inlichtingen. En vertelde hem van onze regelmatige passages in deze contreien, en of wij misschien..?
Ja hoor, wij konden hier zeker een nachtje gastvrijheid genieten voor een heel bescheiden prijsje.
‘Hier is m’n kaartje, belt u wel tijdig van tevoren.’
Nu, dat was afgesproken.
‘Zo te zien hebben we ons toekomstige onderkomen gevonden Hinke, hoe lijkt je dit hier?’
– Heel leuk, het is een keurig nette gelegenheid’ beaamde Hinke.
‘Maar het is wel een stukje verder rijden hè?’
‘Ach, ik zag net dat de teller precies op 800 km. stond, dat moet kunnen.’

Hinke keek een klein beetje zuinig, zij is geen kilometerverslindster.
Na een krap halfuurtje verlieten we opgewekt onze nieuwe stek en klommen in de Berlingo. We reden maar nauwelijks de helling af toen ik werd overvallen door een gevoel van nieuwsgierigheid. Er bevond zich een afrit naar links, naar het grote graaf- en breekwerk in het landschap.
De als mollen wroetende wegenbouwers, waren met hun enorme machines voortgekropen tot naast Aumône. Dit gehuchtje tussen Vierzon en Limoges zou dus binnen afzienbare tijd ook achteloos aan de kant worden gegooid als een punt van passage.
Nu alles echter daar beneden nog volledig in de steigers stond was er de mogelijkheid het zaakje eens mooi te observeren..?
‘Wat ga je doen?’ vroeg Hinke, toen ik het karretje linksaf stuurde.
– Ik heb zin dat spul van dichtbij te bekijken, straks is de hele boel in kannen en kruiken en valt er niks meer te zien van dat graafwerk’ antwoordde ik.
‘Kost dat niet te veel tijd ?’ deed Hinke een beetje bezorgd.
– Welnee, we kunnen best een kwartiertje missen, het rijdt nu zo snel..’

We hotsbotsten een tikkeltje over de hulpweg die ten gerieve van de zware camions was neergelegd, dwars door tuinen en landerijen. Dit zou in de naaste toekomst ongetwijfeld de nieuwe afslag gaan vormen om de heirbaan A20 te bereiken.
Het schouwspel in de kunstmatige vallei was de moeite waard: men was bezig een hoge heuvel dwars door midden te happen. En daar werden erg uit de kluiten gewassen bulldozers en shovels voor ingezet. Ik moet weer terug denken aan het halfjaar dat ik in Zuid-Arabië met die geweldenaars had omgegaan..

Er werd bij Aumône gegraven volgens een bepaald plan.
Men groef niet in één keer de hele hap weg; in het midden bleef een stuk grond staan.
Het was een doorsnede van rode grond en lagen kalksteen; je kon zo de geschiedenis van geologische tijdperken aflezen. Het was net een in de lucht klimmen-de startbaan.
‘Hee’, dacht ik, ‘daar zou je met de auto best een stukje op kunnen rijden.’
Meteen stuurde ik de brave Berlingo de hobbelige helling op.
‘Wat doe je nou weer!’ riep Hinke.
– Een eindje naar boven, dan heb je een veel beter zicht.’
‘Ga nou niet te ver, want keren kan hier helemaal niet’ drong Hinke verder aan.
– Nee nee, maar met deze grote spiegels rij ik heel goed achteruit.’

Het einde van het parcours naderde. Het zicht werd steeds mooier.
Er lag nog een meter of twintig voor ons toen we ineens een vreemde beweging in de auto voelden. Het was alsof de auto ineens steiler moest klimmen.
Instinctief ervoer ik wat er aan de hand was, ik moest snel handelen!
Grommend reageerde de auto op het gaspedaal en schoot vooruit.

Achter ons, zag ik in de spiegel, zakte het restant van de ‘startbaan’ in elkaar, we stonden eenzaam op de top van een mini-heuveltje! Hinke had het niet onmiddellijk in de gaten, ze riep alleen maar ‘stop!’ omdat ze dacht dat ik van plan was over de rand van de steilte te duiken. Omdat ik koortsachtig nadenkend een tijdje zweeg, zei Hinke:
‘Ga nou maar terug.’
– Dat wordt een beetje moeilijk Hinke’ mompelde ik voorzichtig.
‘Waarom, je kon toch zo goed achteruit rijden?’
– Jawel, jawel.. maar ik kan niet achteruit vliegen..kijk maar es achterom.’
Dat deed ze en schreeuwde meteen vol ontzetting:
‘Oh! Vreselijk! Zie je nou wel, dat krijg je met die ideetjes van jou!’
Schuldbewust moest ik toegeven:
‘Kon ik weten dat die boel zo was ondermijnd door die graafjongens..’
– Je had er nooit aan moeten beginnen, altijd wil je iets wat een ander niet doet.
Hoe komen wij hier nu ooit weg?’
‘Laten we eerst maar eens uitstappen om de situatie op te nemen.’

Nu, dat werd er niet beter op met Hinke’s gemoedsrust: We stonden op een soort dijk van een meter of twintig lang, met zeer steile taluds, geen kijk op dat je daar met de Berlingo naar beneden kon. Dat zou minstens glijden en misschien over de kop slaan betekenen! Aan de voorkant van ons uitzichtpunt dat eensklaps een eiland was geworden, was het niet beter; de bulldozerkaken hadden gretig en steil weggehapt.

Op het hoogste punt stonden we zeker vijf meter boven het nieuw ontstane maaiveld, en aan het achtereinde waar de zaak spontaan was ingestort, was het niet veel minder.
Bovendien was het daar een chaos van gescheurde brokken klei en steen.
Hinke raakte in paniek.
‘We komen hier nooit meer weg, en al onze spullen zitten in de auto!’
– Rustig nou maar.. ik ben aan het nadenken..’ probeerde ik haar en mezelf te troosten.

Er rijpte een idee. Op loopafstand stond een arsenaal aan buiten proportioneel grote grondverzetmachines..
Het was een koude regenachtige zondagmorgen..geen hond te zien..
Bovendien stonden we zo diep beneden het dorp dat er van bovenaf weinig viel waar te nemen. En ik wist met die machines om te gaan..
‘Ik denk dat ik eens even bij die bulldozers ga kijken Hinke’
– Waarom.. wat wil je dan..?’
‘Je weet dat ik die dingen kan bedienen nietwaar, denk maar aan m’n avontuurlijke bestaan in Koeweit..’
– Ja goed, goed.. maar ten eerste kan je daar niet zo maar aan zitten.. en ten tweede zitten ze natuurlijk op slot!’
‘Dat moeten we eerst eens even bekijken.’ antwoordde ik raadselachtig.
Gelukkig stonden m’n werkschoenen onder de vloer van de auto, die zou ik nodig hebben om de modderige helling af te dalen. En die ouwe broek die er naast lag kon ik ook maar beter aantrekken.
‘Ga jij maar lekker in de auto zitten, dan zal Cornelis eens zien of er een oplossing voor ons probleempje valt te bedenken.’ adviseerde ik Hinke.
– ProbleempJE?’ protesteerde ze smalend, ‘je hebt ons met een afschuwelijk groot probleem opgezadeld!’

Zonder daar op in te gaan probeerde ik voorzichtig de helling af te dalen.
Het werd wel even glibberen en uitglijden gelukkig gaf het niet voor die ouwe broek maar toen stond ik beneden. Ik begaf mij over de ongelijke grond vol geulen en kuilen naar de grootste shovel. Het was meteen de grootste die ik van m’n leven had gezien.
De monsterlijke schop was vier bij vier meter!
‘Maar.. op dat licht gebogen vlak zou de Berlingo net een plaatsje kunnen vinden..’, bedacht ik.
Tenminste.. als de arm hoog genoeg kon komen? Och heden, dat ding ging torenhoog de lucht in. En hij was zo lang dat ie wel tien meter naar voren kon steken. Bleef over de moeilijkheid die Hink al aanroerde: Hoe kreeg je dat monster aan de loop?

 

Normaal gesproken hangen er geen contactsleutels in het slot. Jawel.. dat klopt.
Maar.. ik kende uit ervaring de machinistentrucjes van dit kolossale speelgoed.

Ik klom langs de zwaar met klei behangen rupsen naar de cabine.
Ah, dat begon goed, de deur zat niet op slot.
Ik nam plaats in de stuurstoel en keek om me heen. Nee, niks achter de spiegel, ook niks in het verbandkastje.. nu eens onder de stoel voelen. Daar zat in ieder geval de bekende schuiflade. Eens even naar voren trekken. Ja hoor, triomfantelijk viste ik de sleutels tussen de papieren uit! Zie je wel, men had hier dezelfde gewoontes als destijds in Arabië. Sleutels nam je niet mee naar huis, altijd in de cabine verstoppen, kun je ze ook niet vergeten! Gespannen probeerde ik een van de twee lipssleutels. Nee, die paste niet..
Maar de andere wel! Voor ik verdere actie ondernam keek ik enkele seconden naar het eenzame heuveltje een eindje voor me.
Vanuit de hoge cabine was de Berlingo half zichtbaar, Hinke had het raampje een eindje naar beneden gedraaid, haar koppie keek deze kant op. Wat zou ze denken?

M’n rechterduim ging alvast omhoog, het was niet zeker dat ze alles duidelijk kon zien.
De operatie werd een waagstuk maar met dit machtige monster zou het goed kunnen aflopen. Ik zoog diep adem in en draaide de sleutel naar rechts: een hele kerstboom aan lichtjes gloeide op. Een aantal doofde vrij snel, de indicatie van de dieselmotor restte in ieder geval. Ik keek nog eens goed om me heen, niets te zien in dit verlaten, deels aangevreten landschap. Daar stond de Berlingo, de reden waarom ik dit avontuur ondernam. Toen maakte ik de laatste beweging naar rechts met de sleutel.
Grommm..gromm..

Grote rookwolken uitstotend kwam de zware motor tot leven.
De meter van de hydraulische druk klom naar de gewenste waarde. Het arsenaal aan bedieningshandles zag er redelijk vertrouwd uit. Overal netjes de Franse tekst bij.
Met een tevreden zucht probeerde ik de eerste handle; eerst die enorme schop maar es een eindje optillen. Warempel, de afschuwelijk grote opschepper knikte gehoorzaam van de horizontale naar de vertikale stand. Nu de arm proberen. Ja hoor, even gewillig klom de staalconstructie voor m’n cabine de lucht in. Tot zover zag het er prima uit.
Terwijl ik de arm op vijfenveertig graden hield, moest ik nu beproeven of het totale gevaarte van zijn plaats wilde komen.
‘Goed oppassen Cornelis, beide rupsjes tegelijk hè..’sprak ik mezelf moed in.
Ik verrichtte de voorgeschreven handelingen..en daar kwam het monster los uit de taaie kleimassa waarin de rupsen een eindje waren verzonken.
Schokkend bewoog de totale massa zich voorwaarts. Een triomfantelijk gevoel doorstroomde me, ik had het verduld nog toe, alsof ik niet weggeweest was, in de vingers!
Speurend naar het steilste stukje helling reed ik op het ‘eilandje’ af. Ondertussen de arm alvast hoger zettend. Hinke zou daar boven wel opkijken als dat enorme brok ijzer voor haar opdook. Nu dat deed ze zeker! Zij moest haastig zijn uitgestapt, want daar stond ze al op de rand, met grote ogen kijkend naar de complete machinerie.
Heel op m’n gemak manipuleerde ik arm en schep zodanig dat de kolossale ‘hand’ net horizontaal boven op de rand terecht kwam. Toen liet ik hem na enig nadenken iets achterover kantelen.
Ik liet de motor draaien om nergens druk te verliezen en klom snel tegen de helling op.
Hinke stond immer verbluft het geheel te bezien.
‘Luister goed Hinke, ga jij in de schep staan, dan rij ik de Berlingo er recht in.
Let op dat de neus niet tegen de achterkant van de schep komt.’
– Dat durf ik niet!’ sprak Hinke in eerste instantie, ‘stel je voor dat die schep gaat kantelen.
‘Heb jij geen vertrouwen in mij, je hebt toch gezien dat ik dit mormel van z’n plaats gekregen heb?
– Ik vind het vreselijk griezelig..’ hield ze vol.
‘Oh.. wou jij dan ons hele hebben en houwen hier maar achterlaten en lopend verder gaan naar de Dordogne?’
Nee.. dat kon ook niet, dat zag ze wel in. Er zat dus niets anders op..
Zuchtend liep ze voetje voor voetje naar binnen in de schep. Vlug startte ik de Berlingo, manoeuvreerde wat en reed toen voorzichtig het platform op, dat de schop bood.
Hinke maakte de vereiste handbewegingen, daarop vertrouwend plaatste ik ons kostbare vervoermiddel zodanig dat er geen twee centimeter overbleef aan de voorkant.
‘Hoe staan de wielen achter?’ vroeg ik door het open gedraaide raam.
Zorgelijk antwoordde Hinke:
– Hij staat net op de rand, er hoeft niks te gebeuren of die kar valt er aan de achterkant af..’
‘Er gebeurt niks!’ verzekerde ik haar. ‘De handrem staat er strak op, hij staat in de versnelling, geen vuiltje aan de lucht.’
Ik verliet de wagen en daalde de helling af. Nu kwam het er op aan, bij het optillen van de schop moest er geen schokkende beweging ontstaan. En hij mocht helemaal geen achterover gaande beweging maken! Dan was het ‘einde avontuur in Frankrijk’.
Hoe zou ik de verzekering ooit duidelijk kunnen maken waarom m’n mooie automobieltje van een kolenschop was gevallen? Met ingehouden adem liet ik de arm iets opkomen.
De schop was nu vrij van de helling. Nu was het zaak de arm nog wat hoger te zetten, maar gelijktijdig de juiste hellingshoek van de schop te handhaven. Tot zover lukte alles prima. De Berlingo zweefde met de onderkant op ooghoogte van Hinke die de operatie met een angstig gezicht volgde. Wat nu?

Achteruit rijden kon niet, dat zou onvermijdelijk teveel schokken opleveren.
Dan zat er niets anders op dan naar links wegdraaien van de arm.
Met samengeknepen lippen draaide ik het hele spul met de zacht trillende Berlingo heel voorzichtig weg van de plaats des onheils. Toen de combinatie iets verder dan evenwijdig aan de helling was gevorderd werd het tijd voor het moeilijkste deel.
De arm moest acht meter dalen met volledig behoud van de iets achterover gekantelde stand van de schop.
‘Kalm aan jongen’ prevelde ik. Terwijl ik de arm in: ‘automatisch dalen op de laagste speed’ zette, bestuurde ik tussen vinger en duim de stand van de schep, er voor zorgend dat de schep steeds iets achterover leunde. Het lukte perfect, deze machine gehoorzaamde als een raspaard. Met een diepe zucht van verlichting zag ik de reuzenhand, met in de palm m’n geliefde wagentje op de klei neerkomen.
Ik zette de machine in rustpositie, klom haastig naar beneden en holde naar voren.
Roets..het contact aan, een seconde wachten..en daar reed ik em achteruit de schop uit!
Het avontuur was geëindigd zonder dat iets of iemand ook maar een schrammetje had opgelopen! Ik riep naar Hinke dat ik eerst de machine ging wegzetten, daarna zou ik haar helpen de helling af te dalen. Met de opgetilde schop, en nu met enig plezier beide rupsen mooi gelijkmatig besturend krabbelde ik als een enorme kreeft achterwaarts naar het vertrouwde plekje van de shovel.
Zette toen de arm en schep precies zo als ie gestaan had. Voldaan draaide ik het contact af en schoof de sleutels tussen de documenten. Nu het bakje onder de stoel schuiven en niemand zou te weten komen dat ene Jan de Hollander dit schitterende speelgoed een momentje had geleend.
Grinnikend tikte ik voor het laatst op de handles en sprak waarderend:
‘Je hebt me mooi uit de brand geholpen jongen!’

 

 

En toen pas zag ik de twee geüniformeerde dames staande naast de bemodderde rupsen, die met ernstige gezichten omhoog tuurden….
Ze moesten ongezien van achteren zijn genaderd.
‘Verdraaid,’ mompelde ik binnensmonds, ‘toch nog de haas!’
Met een zeer schuldbewust gezicht klom ik naar de wachtende agentes.
Neen, ik hoefde niet meteen m’n handen uit te steken om de boeien aangelegd te krijgen. Het waren trouwens geen gendarmes, vermoedelijk bewakingsambtenaren?
Wel knappe vrouwen anders..
De één was groter dan de ander, maar qua proporties mochten ze er beiden zijn.
Ze droegen een korte openhangende cape over hun uniformjasje. Hun hoofden waren getooid, nee, niet met de martiale petten van het agentencorps dat normaal patrouilleert, maar met iets ludiekers.
Kennelijk waren kortgeknipte bolletjes ook niet verplicht bij dit bewakersgilde; bij de grootste agente golfde een weelde van zwart krullend haar tot op de schouders.
De andere verstopte gedeeltelijk een donkerbruin krullenkopje onder het charmante petje. Maar.. ondanks de zeer vrouwelijke uitstraling, ving de grootste agente die bovendien pronkte met koolzwarte ogen aan met de strenge vraag:
‘Hebt u toestemming om deze machine te gebruiken?’
Met een hulpeloos gebaar moest ik te kennen geven dat dit niet het geval was.
-Ik zat in grote nood, we zaten hopeloos vast met de auto vanwege een instorting.
Ik hoop van harte dat u begrip hebt voor de situatie.’
‘Wat deed u daar boven? U had toch niets te zoeken op dit chantier?’ vroeg de andere agente met de iets minder donkere ogen.
-Het was gewoon nieuwsgierigheid’ antwoordde ik beschaamd.
‘U begrijpt dat wij dit niet zomaar kunnen laten passeren. Gaat u maar eens even mee naar ons kantoor.’
-Mag ik alstublieft m’n vrouw eerst helpen naar beneden te komen?’
De beide agentes keken omhoog en bekeken Hinke die hen met een zeer zorgelijk gezicht aanstaarde. Ze knikten dat het okay was. Ik liep naar de helling en klom omhoog.
‘Nou zit je mooi in de nesten hè!’ was het eerste wat ze zei, ‘ik was al zo verschrikkelijk blij dat die auto heel beneden kwam.. en nou dat weer. Dat kon wel eens uitdraaien op een politiecel!’
-Ik denk dat het wel meevalt, ik zal de zaak nog eens goed uitleggen’ probeerde ik wat te sussen. ‘Kom op, ze wachten op me, we moeten naar beneden.’
‘Moet ik met die goeie schoenen door de klei en die stenen? protesteerde Hinke.
-Er zit niks anders op. We zullen ze in de Dordogne wel schoonmaken.’
‘Is er geen beter plekje dan hier, om beneden te komen.’
-Ik denk dat het niet veel uitmaakt, het is allemaal stenen en kleibrokken.’
‘Het lijkt me daar toch beter.’
-Nou ja, dan proberen we het daar.’ gaf ik schouderophalend toe.
Aangekomen bij het gedeelte waar inderdaad iets minder stenen uit de klei staken, gaf ze mij een hand en weldra gleden we meer dan we stapten, de helling af.
De mooie schoentjes waren fluks besmeurd, toen we beneden waren bleken zelfs de witte sokjes boven de schoenen bruine vlekken te vertonen. Hinke had nog veel meer ontstemd kunnen zijn als die twee wachtende agentes er niet hadden gestaan..
‘Wilt u ons volgen?’ voegde de grootste ons toe.
We liepen langs het rijtje grondverzetters in de richting van enkele houten gebouwen, kennelijk directieketen. Toen we bij de eerste deur waren stak de zwartogige haar hand op om ons te laten stoppen en sprak:
‘Om een zo objectief beeld te krijgen van hetgeen u daarnet hebt uitgehaald geven wij er de voorkeur aan u afzonderlijk te horen. U gaat met mij hier naar binnen, mijn collega zal met uw vrouw spreken in het volgende gebouw.’
-Mag ik u wijzen op het feit dat mijn vrouw geen Frans spreekt’ bracht ik naar voren.
‘Oh.. eh..m’n collega spreekt Engels..
‘Wat willen ze?’ vroeg Hinke ongerust.
-Nou.. het steekt zo in elkaar.. die luitjes willen kijken of wij geen smoezen ophangen.
Daarom worden we apart verhoord. Die agente waar jij mee moet praten spreekt Engels.’
‘Wat..? Wat moet ik dan zeggen.. zoveel Engels ken ik ook niet!’
-Ach.. het heeft niet veel om het lijf, hou het maar heel eenvoudig.’
Onze conversatie was de agentes eigenlijk al een beetje te veel; probeerden wij onderling afspraken te maken?
Met enige aandrang beduidden ze dat we verder gescheiden moesten optrekken.
De donkerblonde pakte Hinke even bij de arm en maakte kenbaar dat ze een deurtje verder gingen. Zwartoog opende de deur voor mij, en maakte het gebaar van binnen treden.
Ze ging mij voor in een smalle gang, we passeerden een openstaande deur aan de rechterkant. Ik kon een blik naar binnen werpen, het leek een tekenzaaltje met een groot raam dat uitzag op het bouwterrein. De tweede deur was gesloten, mijn begeleidster maakte hem open en draaide een lichtschakelaar om, het was daar namelijk stikdonker vanwege het ontbreken van een raam. Tegen de achterwand stond een groot bureau met daarop de onvermijdelijke computer. Links bevond zich een tekentafel. Zwartoog, zo moest ik haar in stilte maar noemen hing haar cape op een kapstok, haar pet als teken van waardigheid hield ze op. Zij nam plaats in een directiezetel op wieltjes achter het bureau, en wees op de stoel voor het tekenbord.
Ik begreep de hint, pakte hem en zette mij neer tegenover haar aan het bureau.
Zij keek mij enkele ogenblikken onderzoekend aan en zei toen tot m’n verrassing:
‘Ik heet Anoul.. wat is jouw naam?
Hee.. vanwaar deze onmiskenbare toeschietelijkheid en familiaire benadering?
-Ik heet Cornelis.’
‘Ah..Cornélies.. sprak zij op nadenkende toon. ‘Dat was toch een domme en eigenlijk vrij brutale streek die je daarnet uithaalde. De aanleg van deze autoroute valt onder directie van de Franse staat. Je hebt je vergrepen aan staatseigendommen, waar of niet?’
-Nou.. madame Anoul’ begon ik voorzichtig, ik beken dat mijn handelwijze niet brandzuiver was. Maar ‘vergrepen aan staatseigendommen’ is wel wat te zwaar uitgedrukt: ik heb geen seconde gedacht aan ontvreemding van materiaal.
We zaten in een heel moeilijke situatie.. alleen door goeie improvisatie was er een uitweg te vinden. De machine waar ik het oog op liet vallen heeft geen schram opgelopen.
Het was ook geen operatie met risico’s ; ik ben namelijk bevoegd om zo’n ding te besturen.
Het enige dat mij in absolute zin ten laste kan worden gelegd is het gebruik van enkele liters brandstof. Ik ben van harte bereid deze gasoil dubbel en dwars te vergoeden.’
Anoul keek mij hoofdschuddend aan.
‘Jij stapt wel gemakkelijk over je vergrijp heen Cornélies. Wij kunnen dit niet zomaar over onze kant laten gaan.’
Het was niet helemaal zeker, maar iets in haar intonatie gaf mij het idee dat ze niet volkomen ernstig was. Op de een af andere manier kreeg ik het gevoel dat ik beter niks kon zeggen. Ik beperkte mij tot een diepe blik in die prachtige zwarte ogen.
Dit duurde een aantal seconden, wederom was het niet duidelijk, maar de zekerheid dater iets groeide werd sterker. Zelfs, toen ze haar blik afwendde en zuchtend opmerkte:
‘We zullen eerst maar eens wat gegevens gaan noteren.’
Ze verreed haar stoel een eindje naar rechts en drukte op de knop ON van de computer.
Wat moest ik hiervan denken? Wilde zij mij onder druk zetten, angst aanjagen met officiële handelingen?
Er kriebelde meteen irritatie: gegevens noteren? Dat was het laatste wat ik wilde.. als je naam, als verdachte, eenmaal in de Franse bureaucratie opdook kon je geen enkele wetsdienaar meer zien zonder de gedachte:
‘Zou ‘ie me aanhouden?’

Maar heel tegenstrijdig zweefde er eveneens een idee boven die irritatie, iets dat me vertelde:
‘Jongen, ze speelt komedie.. Hoe zou dit uitpakken..?
De startup van het system, ongetwijfeld Windows was kennelijk volbracht.
Ze zou nu het een of andere programma moeten activeren. Daar merkte ik niks van, zelfs zonder dat ik een blik op het scherm kon werpen. Natuurlijk, een automatische start van een programma was mogelijk.. Maar, vroeg ik mij af.. wiens systeem bediende ze daar eigenlijk? Vast en zeker de computer van de man die dagelijks achter dat bureau zit! Dat die plichtsgetrouwe Anoul op zondag even op die stoel mocht zitten, en zelfs het systeem van die ander mocht starten, wilde nog niet zeggen dat zij ook iets zinnigs met dat apparaat ging doen.
M’n vermoeden bleek juist! Anoul tuurde een tijdje quasi geïnteresseerd op het scherm, reed toen de stoel weer wat naar links en sprak:
‘Laten we de zaak eerst mondeling nog eens doornemen.’
Kreeg ik daar wat vastere grond onder de voeten? suizelde het door me heen..
‘Donc alors, wat was de werkelijke reden dat jullie dat gevaarlijke ritje maakten op dat stuk grond dat op instorten stond?’ begon Anoul het mondelinge verhoor.
Vanwege het feit dat ik voortdurend die zwarte ogen trachtte te peilen ontging me niet die heel korte flikkering.
Zou ik het wagen? Vooruit, wie niet waagt, die niet wint.

Wordt vervolgd!
Cornelis Gorlee

Ik beluisterde met enige verbazing m’n eigen stem die zei:
‘Om je de waarheid te zeggen beste Anoul, ik hoorde dat op dit chantier twee zųlke charmante agentes rondliepen, dat ik het de moeite waard vond om ze te ontmoeten.’
Het was raak!
Zij reageerde helemaal niet verbluft op zoveel brutaliteit. Ze keek me minstens tien seconden neutraal aan, toen verzachtten haar mondhoeken steeds meer en tenslotte glimlachte ze openlijk.
‘Cornélies..jij speelt hoog spel’ sprak ze ontspannen met die mooie mond en de lichtjes in de twee zwarte meren waren nu glashelder.
M’n antwoord kon niet anders zijn dan een schouderophaling als van een ondeugende schooljongen.
Zij legde nu haar pet op het bureau om te onderstrepen dat het onderhoud in volstrekt informeel vaarwater was geraakt. De schuddende beweging die ze met haar hand over haar hoofd maakte, deed die golvend zwarte haarweelde nog beter op de schouders vallen.
‘Enfin..’ sprak ze zuchtend, ‘laat ik maar open kaart spelen. Kijk eens, wij hadden jullie meteen in de gaten. Onze eerste indruk was:
‘Wat doen die gekken daar op die onstabiele grond? Het was eigenlijk uit pure nieuwsgierigheid dat we die auto even door lieten rijden. Maar toen het heel snel mis ging in die zin dat jullie goed in de puree kwamen, maar zelf geen enkel gevaar liepen, werden we nog nieuwsgieriger hoe je ging reageren.
Laat ik maar eerlijk zeggen dat we onder de indruk waren hoe jij je uit dat wespennest hebt gered. Natuurlijk stonden we op het punt om in te grijpen toen je in die cabine ging zitten. Per slot van rekening zijn wij hier niet voor niets als bewakers aangesteld!
Maar zowel Edith als ik, ja, m’n collega heet Edith, konden het niet over ons hart verkrijgen, toen je die machine wist te starten. Joost mag weten hoe jij aan die sleutels kwam!’
Ik glimlachte: ‘Dat zijn beroepsgeheimen Anoul..’
‘Goed, toen je zover was en dat ding ook nog begon te rijden, besloten we het er op te wagen en je je gang te laten gaan. Je hebt geluk gehad dat er niemand in de buurt was en dat het niet mogelijk was om van bovenaf in die uitholling te kijken. Je snapt zeker wel dat we dan verplicht waren je tegen te houden?’
-Ik snap het, en ik ben jullie erg dankbaar dat je die brutale buitenlander een kans hebt gegeven.’
‘Dat je een buitenlander bent doet niet zoveel terzake, voor ons telde alleen dat jij een handige bliksem bent die zichzelf uit het moeras weet te trekken. Cornélies, om een zaak af te sluiten die zonder kleerscheuren is verlopen, ga ik jou iets vragen..’
Hier pauzeerde ze even.
-Anoul, ik stel me op als je dienaar, vraag wat je wilt!’ wierp ik mezelf met een open glimlach in haar fascinerende kijkers.
‘Hmm.. Ik reken er onvoorwaardelijk op dat deze zaak mocht ze ooit in de openbaarheid komen, door jullie als volgt wordt geschetst:
Jij zag kans ongezien die machine te gebruiken, wij hebben jullie aangehouden toen de hele reddingsoperatie achter de rug was. We hebben die illegale handeling gewoon niet gezien omdat we binnen bezig waren. En jij bent er met een ernstige berisping vanaf gekomen met als verzachtende omstandigheid, het dreigende gevaar voor jullie persoonlijke veiligheid. Daarbij gevoegd natuurlijk dat het geleende materiaal geen enkele schade heeft opgelopen. Nou.. wat is je belofte?’
-Anoul, je kunt voor honderd procent op mijn medewerking rekenen. En ik wil hier meteen mijn grote dank en waardering tegenover zetten dat jullie als veiligheidsagenten in functie deze zaak zo opvatten!’ gaf ik vol vuur m’n opluchting te kennen.
Zij keek me nu een tijdje peinzend aan. Toen sprak ze:
‘Edith en ik hebben van te voren een plan opgesteld; als zou blijken dat jouw eigenmachtig optreden zonder bijbedoelingen is uitgevoerd, dan zouden we de zaak door de vingers zien. Ik ben er nu wel van overtuigd dat het een pure reddingsoperatie was.
In dat geval kunnen we als goeie vrienden uit elkaar gaan, dat eh..betekent voor mij en voor Edith een kus als afscheid..’
-Je zou me niets beters hebben kunnen vragen Anoul.’
Meteen stond ik en liep om het bureau heen. Anoul reed haar stoel achteruit en kwam overeind, haar gezicht op gelijke hoogte met het mijne. Ik legde m’n handen op haar schouders en kwam nog wat dichterbij.
Plaatste toen m’n lippen op haar zachte wang en kuste haar met volle aandacht.
Koos toen de andere wang, en keerde nog eens terug naar de fluweelzachte plaats waar ik was begonnen. Het was een rustgevende genieting.
Zij keek me glimlachend aan en zei:
‘Okay, zo had ik het mij voorgesteld. Feliciteer jezelf maar dat het zo goed voor je is afgelopen. En ga nu maar naar Edith en stuur je vrouw hierheen voor de ‘ondervraging’.
Ik denk dat je vrouw er vrede mee zal hebben dat jullie er zo goedkoop vanaf komen..
Hoe heet je vrouw trouwens?’
-Mijn vrouw heet Hinke..’
‘Ienke.. een leuke naam.. nooit van gehoord.’
Ik liep de deur uit en begaf me naar het andere gebouwtje.
Tot m’n verrassing zat Hinke daar heel ontspannen in een soort kantine aan een tafeltje met de agente die haar pet ook had afgezet. Tussen hen in stonden twee lege koffiekopjes, ze hadden het zich kennelijk gezellig gemaakt.
‘Nou, hoe is het verlopen, ging het een beetje met het Engels?’ vroeg ik Hinke.
‘Ach.. het is inderdaad meegevallen, we hebben zo goed en zo kwaad als het ging gesproken over de affaire. Ik heb begrepen dat ze jou een grote waaghals vinden.
Ze rekent mij niks aan, het was allemaal jouw schuld.’
-Dat hebben ze beiden goed gezien.. Maar Hinke, die mooie zwartoog, die trouwens Anoul heet, vraagt of je toch even bij haar langs wilt komen. Dan heb ik nog een kort onderhoud met madame Edith.’
Agente Edith die de conversatie glimlachend maar niet begrijpend meer had aangezien dan gehoord, sperde haar ogen wat verder open toen haar naam viel.
Ik verklaarde me nader, we brachten Hinke naar de buitendeur en legden uit waar Anoul was te vinden.
We namen weer plaats aan een tafeltje.
‘Anoul heeft je goed de duimschroeven aangezet?’ vroeg Edith die ineens echt ondeugende kijkers bleek te bezitten.
-Ja.., en ik wil meteen ook voor jou m’n erkentelijkheid uitspreken voor de sportieve manier waarop jullie mijn misstap beoordelen.’
Gemaakt verontwaardigd trok zij een pruillip en voegde me toe:
‘Jij verdient het natuurlijk om in het cachot te belanden, het vergrijp aan staatseigendommen is haast een halsmisdaad!’
-Ik weet het, ik weet het’, zuchtte ik theatraal. ‘Maar de gedachte aan een cachot is te verdragen als jij me daar persoonlijk in zou stoppen, en dat jij bovendien als bewaker wilt optreden.’
Er was nu volop pret in de bruine kijkers van Edith terwijl ze sprak:
‘Zie je wel, Anoul en ik hebben ons niet vergist toen we jou op een afstandje bekeken.
Heeft eh.. het afscheid haar tevredenheid opgewekt?’
-Eh..Edith, ik dacht van wel..
‘Vertel me dan eerst zelf maar eens hoe je heet, ik wil geen kusje van een naamloze man..’
-Mijn naam is Cornelis en ik wil mij graag van m’n plicht kwijten, door van jou op een aangename manier afscheid te nemen.’
‘Verspil dan verder maar geen tijd’ sprak ze, en ging staan achter het tafeltje.
Ik liep op haar toe en het proeven van de heerlijke perzikhuid van haar wangen, maakte dat m’n wang iets langer tegen de hare bleef rusten, dan bij Anoul.
‘Cornélies.. stop maar, het was goed’
-Zo denk ik er ook over. Ik wou dat ik al m’n fouten op een dergelijke manier kon uitwissen..’ beaamde ik.
‘Vertel me eens,’ voegde zij er ondeugend lachend aan toe, ‘als je een beetje herrie met je vrouw hebt gehad, maak je het dan altijd met knuffelen weer goed?’
-Altijd! En dan kan ik rustig stellen dat dit goedmaken heel wat langer duurt dan dat ik nu m’n zonden bij jullie heb afgekocht..’
‘Ga zo door met je ‘Ienke’ zei ze, en drukte nog een vlugge kus op m’n wang.
‘Goeie reis verder naar La Dordogne!’

We gingen naar buiten en daar bleek Hinke inmiddels al buiten te staan, met Anoul.
Anoul kreeg nog een extra kusje, we stapten in de Berlingo en reden voorzichtig over de hobbelige grond naar het begin van de provisorische weg omhoog.
Vanaf Aumone, richting Limoges bleef het eerst een tijdje stil, maar toen wilde Hinke precies weten hoe zich de zaak had afgespeeld tijdens de sessies waarop ik werd ondervraagd.
‘Aha..’ sprak ze tenslotte meesmuilend.
‘Meneer heeft zich er dus uitgered bij de vrouwen.’
-Maar Hinke,’ protesteerde ik, ‘het idee voor een kusje als betaling kwam van hen!’
‘Ja ja, en jij hebt daar met enige moeite in toegestemd, nietwaar?’
-Nee.. ik geef eerlijk toe, over de streep trekken was er niet bij.’
‘Goed goed, het is niet slecht afgelopen, ik heb er wel vrede mee.
Laten we nu maar eens zien dat we nog een beetje op tijd in Sagelat aankomen.’

Cornelis Gorlee