Hoe wordt een mens rijk?
Goeiemorgen zus, niet aan het verbouwen?
‘Ha, die broer, nee, ik moet me nu eventjes met de tuin bemoeien.
Maarre.. loop meteen maar mee, dan kan ik je laten zien wat er inmiddels is gebeurd!
‘Annet opende de deur van het andere huis en we belandden meteen in een onvervalste werkplaats. Hoewel ik mij goed kon voorstellen wat er aan werk was verzet, verbleef de badkamer nog in uiterst premature staat.
Een wandje stond overeind, van de rest was de ‘fundering’ gelegd door enkele vastgeschroefde latten op de vloer. Overigens heerste er de grote leegte.
‘Nou ja, het breken is achter de rug, het bouwen heeft een aanvang genomen’, troostte ik haar.
Als je dat maar even ziet, je moest es weten hoeveel uurtjes Jean Pierre en ik hier al hebben rondgelopen.’ was het commentaar.
‘Kijk, hier had ik nou dat wandje gedacht waar jij dat mooie kader voor gaat maken.’
-Oh, komt dat glas in lood dan niet in die deur naar de slaapkamer?’
‘Nee, dat doen we anders, er komen twee deuren, zie je wel ze staan al opgesteld’.
We liepen nog wat rond terwijl Annet met uitgespreide armen enthousiast uitleg gaf, en bekende dat het bouwplan voortdurend aan veranderingen onderhevig was.
Het hoekbad was dan wel vervallen wegens de hoge kosten, dat werd gewoon een kort ligbad maar zij zag al met verlangen uit naar het eindresultaat.
‘Moet je zien’, zij deed een greep op de bouwtafel, ‘ik heb een boekje aangeschaft over Zelf Tegelen. Dat heb ik wel es gedaan maar dat moest toen effe gauw gauw, dat is niet veel geworden,’ gaf ze toe. ‘Ik wil dat nou es goed doen.’
‘-Ah..daar zeg je wat’, antwoordde ik, ‘ijs en weder dienende, wil ik je daar best mee helpen. Na de laatste tegelklus ben ik op de hoogte met ‘le truc speciaal’ van het tegelen.’
‘Het hangt er helemaal van af in welk tijdsbestek je de vloer en die wandjes kunt opleveren.’
-Wij zullen ook nog es terug moeten naar Zwolle..’
‘Als je kans ziet voor die tijd.. Dat zou mooi zijn! Kom op, laten we eerst koffie gaan drinken.’
We liepen terug en Annet verdween naar de lager gelegen keuken om het beloofde drinken klaar te maken.
Ik zette me aan tafel om in een schets vast te leggen hoe het glas in lood raam in het kader zou worden gevat. Plotseling verscheen poes Peukie uit het trapgat.
Zij keek onderzoekend in mijn richting, dribbelde een keer om de tafel en wipte toen vastbesloten naast mij op de bank. Vleierig duwde ze haar kopje in m’n zij.
Omdat ze zo aandrong streelde ik haar rug en kriebelde onder d’r kin, ondertussen met de andere hand rustig doorschetsend. O wee, die aanhalerigheid moest ik duur betalen. Peukie voelde onmiddellijk dat ze anschlusch had en sprong een verdieping hoger, boven op m’n tekening. Ik duwde haar vriendelijk vermanend wat opzij en wilde verder gaan.
Geen enkele kans meer! Onophoudelijk heen en weer stappend, zich om en om draaiend blokkeerde zij m’n beide handen. Zo gauw ik haar wegduwde en mijn potlood op papier zette was er een kattenpootje die de tekenstift wegmaaide en de hand tot een andere bestemming dwong: strelen onder haar buik of in haar nek.
In wanhoop vluchtte ik naar een tweede tafel. Het papier lag nog niet op z’n plaats of boem, Peukie was al geland op de half-affe tekening.
-Wat moet ik doen met dat beest?!’ riep ik gekweld naar Annet die net boven kwam met de koffie.
‘Oh, daar is maar een oplossing voor’, antwoordde zij lachend. ‘Je hebt haar aangehaald, nou kun je d’r alleen maar kwijtraken door haar buiten de deur te zetten.’
Nu, daar ging Peukie dan, resoluut sloot zich de deur achter de protesterend hoog opgestoken staart..
Nog maar net genietend van de koffie, startte er plotseling een blafconcert in de hondenkennel. ‘Och heden.. wèg rust, er zijn mensen op het erf, misschien komen ze een hondje ophalen.’
Annet stapte naar buiten, keek om de hoek en riep naar mij: ‘Ja, monsieur Lacroix komt zijn Fikkie ophalen, ik moet even de zaak afwerken.’
In de tien minuten dat zij wegbleef maakte ik het tekeningetje af.
‘Moet je nu es zien’, zei ze toen ze binnenstapte, ‘hier heb ik 200 franc. Het was 160 franc want het beestje is maar vier dagen geweest. Monsieur Lacroix is helemaal geen rijk man, maar wat denk je dat ie zei: ‘Doet u de rest maar in een potje van waaruit u een hondje onderdak kunt geven van iemand die het niet betalen kan.’
We bogen ons weer over de bouwplannen. Maar warempel, na enkele minuten rinkelde de telefoon. M’n zus zuchtte: ‘hè hè, we zitten weer even..’ -Allo..’ ‘Dag Antoinette, met mevrouw Bruyere van Steenbergen.’
-Oh.. ik hoor het mevrouw, hoe gaat het er mee?’ ‘Gaat wel.. gaat wel. Ja.., ik heb een voorstel.. Je hebt op het ogenblik honden in de kennel?’
-O zeker wel, acht stuks!’
‘Ah.. Je weet toch dat ik uiterst triest gedwongen was om mijn lieve Hektor te laten inslapen?’
-Ach ja.. wat erg. Ik heb dat gehoord van Liza Bredenveldt. Wanneer moest dat helaas gebeuren?’
‘Op 16 augustus. Ik heb nadien heel moeilijke dagen gehad.. Gisteren had ik pas de moed om te kijken in la cave, in de diepvrieskast waar ik altijd het vlees voor Hektor bewaarde. Het bleek dat daar nog diverse maaltijden voor Hektor aanwezig waren.
Heb jij misschien belangstelling voor die pakketjes, jij kunt wel wat gebruiken voor je kennel?’
-Nou dat is erg vriendelijk van u, mevrouw Bruyere, zoiets komt mij altijd van pas.’
‘Mooi zo, mooi zo. Ik heb de oude rekeningen nog even nagelopen, de slager berekende meestal 20 tot 22 franc de kilo. Jij mag ze hebben voor 18 franc de kilo’.
Op dit moment keek Annet mij verbluft aan. Zij sloot de hoorn goed af met haar hand en fluisterde snel: ‘nou wil die rijke trut notabene geld hebben voor dat hondenvlees’.
De hoorn werd weer geopend en zus sprak opgewekt:
‘Oh maar mevrouw Bruyere, dan zie ik er vanaf. Ik betaal zelf nooit meer dan veertien franc bij mijn slagertje in Sarlat. Soms geeft hij zelfs gratis enkele kilo’s mee.
Maar goed, om u te helpen wil ik eventueel voor veertien franc de kilo uw vlees overnemen.’
Het bleef een tijdje stil voor de telefoon in de woning van de zeer welgestelde mevrouw Bruyere van Steenbergen.
Annet stond zich zichtbaar te verkneukelen.
‘Veertien franc.. is dat werkelijk zo.. Bij welke slager haalt u dat vlees? Is dat in de hoofdstraat van Sarlat?’
‘Nee.., het is in een van de zijstraatjes, ik weet niet eens zijn naam. Het is uiteraard een prix d’amie.’
Annet stond met glinsterende ogen, ik moest m’n hand stijf voor m’n mond houden om de oplaaiende pret binnen te houden.
‘Oh.. nu..eh.. ik moet daar eerst over nadenken. Ik bel terug. Eh.. heb jij een weegschaal?’
-Nee mevrouw, zeker geen nauwkeurige.
‘Oh.. Nu als het doorgaat dan ga ik wel even langs de boulangerie, die kan het precies voor mij wegen..’
-Tot uw dienst mevrouw Bruyere. Houdt u er rekening mee dat diepvriesvlees minstens twee keer zo zwaar is als in ontdooide toestand?
‘Werkelijk.. hoezo..?’
‘Ja dat komt door het vele vocht, de helft is namelijk ijs hè? ‘Nu, dat bevreemdt mij toch wel wat.. dat is mij eerder niet zo opgevallen.
-Oh.. mij wel, als ik een emmer met diepvriesvlees naar beneden breng dan loop ik daar goed krom van. Probeert u het zelf maar, dan hoor ik de uitslag wel.’
Zodra de lijn gesloten was gaven we de opgezamelde lach vrij baan.
‘Zie je het nou’, schokschouderde Annet, ‘dat mannetje Lacroix die geen cent te makken heeft, werpt zomaar veertig franc in m’n potje voor noodgevallen. En die schatrijke tante je moest eens weten hoe rijk ze wel is, wil geld zien voor hondenvlees waar ze zelf niets meer aan heeft!’
-Dit zal dus wel de reden zijn dat tante Bruyere van Steenbergen zo rijk geworden is’ verzuchtte ik.
We overlegden nog een tijdje, haalden wat herinneringen op, toen werd het tijd om naar huis te gaan. Maar warempel, daar diende zich weer bezoek aan. Nee maar, die liet er geen gras over groeien, daar was Mevrouw Bruyere in vol ornaat.. met een doos hondenvlees! Boven op de doos lag een stuk papier waarop een berekening was uitgevoerd.
‘Ik kom meteen maar even langs’ kondigde mevrouw aan. ‘Dan kan de vriezer uit, die heeft al een hele tijd voor niets staan draaien. Ik heb alles laten wegen bij monsieur Dupont. Volgens hem kan bevroren vlees hooguit 10 procent zwaarder worden..
Daar heb ik rekening mee gehouden. De pakketjes waren altijd ruim 100 gram maar ik heb ze allemaal gesteld op 95 gram. Negenenzeventig stuks maal vijfennegentig gram maakt iets meer dan zeveneneenhalve kilo. Ik vind het overigens redelijk als ik jou deze pakketjes overdoe voor vijftien franc de kilo; boucher Delhomme leverde mij altijd eerste kwaliteit. Kun je daar mee akkoord gaan?’
‘Eh.. zeveneneenhalve kilo maal vijftien dat maakt een rond bedrag van honderd franc..
Nou ja, mijn voorraad is bijna op.. dat kan wel.
’Heel even leek het er op of mevrouw Bruyere van Steenbergen aanspraak wilde maken op de ontbrekende twaalf franc.
Toen sprak ze met een verontschuldigend lachje:
‘Antoinette, jij bent zo handig met naaien, is het niet? Ik heb hier enkele gordijnen die wat te kort zijn geworden. Van dat zogenaamde uitleggen heb ik totaal geen verstand.
Zou jij dit voor mij kunnen doen. Dat verrekenen we dan later wel.’
-U hebt er geen vliegende haast mee mevrouw Bruyere? Ik zit net tot over m’n oren in een verbouwing, de badkamer is nu een slagveld!’
‘O neen, volstrekt niet, maak jij eerst je badkamer maar mooi in orde hoor!’
We deden haar uitgeleidde en lachten nog even na over de uitgekookte dame.
Toen nam ik echt afscheid en reed in een kalm gangetje huiswaarts, genietend van het mooie herfstweer.
Cornelis Gorlee