Een muis als gourmand

Wat de knaagdieren betreft hebben wij eveneens een speciale ervaring meegemaakt.
In de eerste week van ons verblijf hoorden wij af en toe wat ritselgeluiden. Ineens zag ik een muis weghollen. Zo te zien had de kleine knager nog nergens aan gezeten. Maar twee dagen later ontdekte Hinke dat zij twee pepermunten miste uit een rolletje dat op het kastje lag in de slaapkamer. Het was duidelijk te zien dat er kleine tandjes stonden in een derde pepermunt.

Toen we een bezoek brachten bij Annet gaf zij een muizenval mee. Het was geen val waarmee de arme Gijs Muis meteen dood is; nee, het was een klein kooitje met een mechaniek waardoor de deur achter Gijsje dicht zou slaan als je de kooi binnen ging. Wij wilden wel eens zien of Gijs genoeg moed had om het huisje binnen te gaan. Ik legde die derde, reeds aangevreten pepermunt achter in de val. Om dat snoepje te pakken moest Gijs héél voorzichtig het handeltje passeren. (Je hoefde maar te blazen tegen het handeltje, of de deur sloeg dicht!)

Tot mijn grote verbazing lukte het die kleine aap om héél omzichtig de versnapering langs het handeltje te krijgen zonder ook maar iets aan te raken. Hij nam het mee naar een veilig plekje en daar heeft ie het opgepeuzeld..

Ik besloot tot een andere handelwijze. Op de onderkant van het handeltje bevestigde ik een stukje kaas. Het zou volstrekt onmogelijk zijn de kaas te stelen zonder dat er een ramp voor de muis zou plaatsvinden. Het duurde drie dagen voordat Gijs genoeg trek had om de kooi binnen te gaan. We dachten al dat hij naar buiten was vertrokken omdat het bij de Tweebeners niet zo leuk meer was.
(Hinke had haar pepermunten goed weggeborgen.)
Maar toen was het raak. Hinke keek op een zeker moment achter de fruitschaal op het kastje en zei heel onschuldig:
‘ik geloof dat het deurtje dicht zit..’
Ik antwoordde:
-dan zou ik nog maar eens goed kijken Hinke..’
‘Oh.. hij zit er in!’ klonk er een verschrikte stem,
‘hij moet hier weg hoor!’

Gijs was heel onrustig toen ik het kooitje optilde, wanhopig zocht ie naar een uitweg. Maar die was er natuurlijk niet. Zijn glinsteroogjes straalden paniek uit. Ik nam het kooitje mee, liep een eind het bos in en opende het deurtje. Gijs stormde weg tussen de planten, hij zal nooit meer een voet in ons huis zetten..

Cornelis Gorlee