Kroegverhalen: Glas

Eindelijk was het zover! Vele avonden achter elkaar keken we met gemengde gevoelens naar le Meteo die ons onveranderlijk voorschotelde hoe warme luchtgolven op het Iberisch Schiereiland pesterig opschoven naar de Pyreneeën. En daar mooi bleven hangen. Een enkele keer wipte zo’n oranjekleurige golf over de bergruggen en mocht Perpignan zich een dagje koesteren onder het azuur met 25 graden.
Maar voor ons? Vanaf de Bordeaux-zone drongen even pesterig de witte wolken binnen die vanwege de zwaarte soms naar het zwart neigden. Jawel, in de middag kwam de witte kleur terug maar dat kon alleen omdat gordijnen van regenwater voor ontlasting zorgden.
Vanmorgen brak dan de tweede dag aan van een volkomen gezuiverde atmosfeer met het bijbehorende staalblauw. De zon had een makkie, er viel in de hoogte niets weg te blazen. Vertederd keken we naar het dal van Siorac, daar hingen de sierlijke witte sluiers boven de Dordogne.
Die zouden het niet lang maken. Eenendertig graden, daar moesten we vandaag rekening mee houden.

Op weg naar het marktje
Eenmaal boven in het vestingstadje was het zoeken naar een parkeerplaats, iedereen wilde het sfeertje beleven van een uitgezochte zomerse dag. We hadden geluk, iemand had genoeg ingeslagen bij de kramen en wilde thuis in zijn tuintje werken, we schoven meteen in de espace.

Het was warempel al te warm in de Rue Manchotte om voor de deur van le Coin plaats te nemen. We liepen naar achteren om bij Leo plaats te nemen. Hij schoof net tevreden zijn krant opzij, de volgorde voor de middagrace met de paarden was bepaald. Leo gaat altijd voor een moeilijke optie: hij zet zich elke dag in voor een voorspelling van de eerste vijf paarden. Van aankomst nr één tot en met vijf moeten de namen kloppen! Het is op de vingers van één hand af te tellen dat dit een zware opgave is.. Maar heb je zo’n vooruitziende blik dan gaat de kassa goed rinkelen, dat mag duidelijk zijn.

Omdat op dit moment net een race was gestart stelden wij vragen over het gebeuren.
We zagen namelijk een grote groep dravers achter een breed hek voortgaan. De tred was gemoedelijk, dit kon geen wedstrijd zijn?
Wacht maar af, waarschuwde Leon deskundig, dit wordt een autostart! En warempel, plotseling ging het hek met grote snelheid voorwaarts, de jocky’s legden zich in één keer plat over de halzen van hun edele dieren.
En in de paardenlijven leken zich veren te ontspannen. Als op vleugels probeerden zij het wijkende hek in te halen. Daar was geen sprake van, de sterke voiture die de barièrre achter zich aansleepte beschikte nu eenmaal over een veelvoud van de paardenkrachten die in hun lijven de prestaties leverden.

De race was nu begonnen, Leo becommentarieerde het verloop nog wat maar besloot met: de afloop is voor mij niet interessant..’

Het gesprek ontwikkelde zich in de richting van andere zaken. We gaan maandag weer naar Spanje, naar de Costa Brava’.
-Ah., je neemt de camper mee?’
‘Nee, dat tijdperk is afgesloten, we gaan op de bonnefooi’
-Dat wordt dus een hotel. Krijg je wel met andere prijzen te maken’.
’Dat zijn we ons bewust, het wordt een beetje zoeken. Natuurlijk is een camper makkelijker op dat punt. Maar ja, er zijn andere voordelen aan een gewone automobiel verbonden’.
-Weet ik alles van, ik heb met Anja ook enkele jaren rond getrokken met zo’n kar. Er komen zo langzamerhand wel een beetje teveel van die bakken hé? Ze strijken overal neer en pikken heel wat plaatsjes in’.
‘Oh ja, en dat geldt niet alleen voor de zomermaanden. We waren twee jaar geleden in de winter in een kustplaatsje in Zuid-Spanje. Daar zagen we tot onze verbazing een enorme verzameling campers op kale velden tegen de hellingen staan. Allemaal overwinteraars. Misschien dat in die omgeving alle campings vol waren. Maar zij moesten in die armzalige omgeving leven zonder comfort. Er was één watertappunt, géén toiletten, geen wasgelegenheden, niks! Het enige dat gratis werd verstrekt was veel meer zonneschijn dan op hogere breedtes. We begrepen uit de verhalen van onze gastvrouw dat het voor de bewoners van dat plaatsje veel ergernis opleverde. Maar ja, toerisme is in Spanje iets dat erg wordt gekoesterd, er wordt niet opgetreden tegen die invasies.
-Ja, wat die overlast betreft, daar kan ik van meepraten’ knikte Leo.
Wij hebben hier ook zo’n gelegenheid waar die wagens hun vuilwater kwijt kunnen. Het is een plek boven het zwembad. Vlak daar achter ligt het kerkhof. Er loopt nog een weg tussen. Eigenlijk is die gelegenheid dus bedoeld voor komen en gaan. Maar niks hoor, die luitjes installeren zich daar mooi. Het is er stampvol. Mijn tandarts, madame Moreau heeft er knap last van. Je ziet haar hele huis niet meer.
Nou staan daar achterin ook een rijtje bakken voor het afval. Alle soorten.
Je kan daar ook twee soorten glas dumpen.
Normaal gesproken loop ik een aardig eindje met die handel maar toen ik die mogelijkheid zag pakte ik twee plastic zakken vol en sjokte daar naar toe, voor mij veel dichterbij!
Enfin, ik kom daar en zag dat één van die karren behoorlijk dicht bij de glasbakken stond. Nou ja, ik had één tas met 3 whiskyflessen en vier wijnflessen. In de andere tas kon ik acht wijnflessen kwijt. Mooie opruiming dus. Maar je weet wat er gebeurt als je flessen in zo’n hoge bak naar binnen kiept, nietwaar?
Dat gaat van rinkeldekink, krak, krak, plonk!
In die wagen stond het halve bovendeurtje open. Ik hoor gestommel, en ‘merde, merde!’ En ik zie een bloot bovenlijf verschijnen met daarboven een nijdig gezicht. Hij had de spierballen van Epke Zonderland.
‘Ik ben hier voor mijn rust gaan liggen, kan je niet opkrassen met dat verdomde glas!’
-ik keek em rustig aan en zeg tegen hem: ‘Nou, als je rustig wilt liggen dan moet je hier de weg oversteken en een goed plekkie uitzoeken’. En ik wijs zo naar die grafzerken.
Die knaap werd me toch giftig zeg! Hij wil die wagen uitstappen om me een oplawaai te verkopen. Ik dacht nog: Leo, je maakt geen kans tegen die snuiter.. Plotseling zie ik dat twee mooie armen om die klerenkast worden geslagen. Een vrouwenstem roept: ‘kalm blijven André, die man heeft het recht hier zijn glas weg te smijten!’
– die zak geeft me een grote bek, dat zal ik hem betaald zetten!’
En hij maakt toch aanstalten om die kar uit te komen.
Maar die vrouw, een mooie potige meid, blijft em blokkeren.
-niet doen, niet doen, krijg je spijt van!
Gelukkig liet ie zich bepraten, dat had me anders een blauw oog opgeleverd, verzuchtte Leo.
Ik wou maar zeggen: die Campers, da’s niet allemaal mooi weer en maneschijn. Tja, ‘elk voordeel hep ze nadeel’, besloten we en we bestelden nog een glaasje Monbazillac.

Cornelis Gorlee, Sagelat 1 juni 2019