Mag ik een lijntje van u?

Dinsdag 26 maart reed ik eerst even naar Bernadou. Daar kon ik een fiets lenen van Albert. Daarna bezocht ik Sarlat, om de telefoonaansluiting in orde te maken. Fantastisch als je een fiets bij je hebt in Sarlat!
Kwam razend goed uit, want bij Telecom zeurde men om een rijbewijs. (Ondanks dat ik een klantje was van die lui, moest er voor de heraansluiting toch weer een ingewikkelde administratieve procedure starten. En ja, het permis de conduire lag natuurlijk in de auto..)
Dus ik weer per bicyclette helemaal terug naar Pres Cordi buiten de stad.
Daarna dreigde er nogmaals een spaak in het wiel te komen.
La mademoiselle die mij daarvoor had te woord gestaan, en had beloofd de zaak af te handelen als ik tijdig voor het heilige franse etensuur, ‘midi’, terug zou zijn, stond nu te kleppen met een scholier voor een uitstalkast met van die oorwarmers. (portables)
Zij bleef ruim twintig minuten hangen om een spreekijzertje aan de man te brengen. Het was vijf voor twaalf toen zij tenslotte aan de toonbank terugkeerde met het uitgekozen device nieuw-in-de-doos.
En toen volgde er voor het jongmens een pijnlijk moment: hij kon niet aantonen dat ie een bankrekening had met voldoende saldo..
Hoe de jongeman ook soebatte, zijn klepijzer bleef op de toonbank achter.
Tja, toen moest zij de procedure met mij wel afmaken. Ik had alle gegevens al op een stuk papier geschreven, maar het kostte bijna een kwartier om alles in de computer – via vele schermen – in te kloppen.
Haastig werd ik de winkel uitgewerkt, zij was nu al ruim tien minuten ‘over tijd’. Ik kreeg de belofte mee dat op 30 maart de lijn toegankelijk kon worden.
Ik bleef een tijdje hangen in Sarlat, het was zo’n prachtige ambiance..
Het was met deze nieuwe digitale camera een belevenis om door die prachtig zonverlichte straatjes te lopen. Wat is het leuk om dan iets vast te leggen en à la minute het resultaat te beoordelen.

Toen bezocht ik Annet. Was ook leuk, ze waren beiden bezig in de tuin, daar komt weer van alles in. We hebben een tijdje gezellig bijgepraat.
Ik was om vier uur thuis, een beetje gelezen en toen op de fiets naar Dee en John. Zij hebben nu een prachtig gesloten waranda. Het was daar uiteraard weer een stuk warmer op het zuiden. Want ondanks de onbewolkte lucht is Bugou een stuk frisser vanwege de noordelijke bries.
Woensdagmorgen was ik al vroeg in Belvès om een afspraak te maken bij de kapper. Dat kon pas om half vijf. Natuurlijk bezocht ik het kroegje voor een Monbazillac. Toen ik weer omhoog ging besloot ik meteen maar aan te leggen bij de Prunieres. Leuk halfuur doorgebracht. Verder een stuk geschreven aan het reisverhaal.

Na de middag de andere helft van het gras platgelegd en gedeeltelijk naar de brandstapel gebracht; er zaten namelijk veel dode eikenbladeren bij.
Na het kappersbezoek op weg naar de fam. Mulier. Anderhalf uur gezeten, erg lieve mensen, vooral Colette is een schat. Zij waren nog steeds opgescheept met een absoluut enorm grote hond. Het is een sint-bernard die – slecht – luistert naar de welluidende naam: Beethovèn.. Het monster is in deze periode een nog grotere verschijning wegens het dragen van de wintervacht, staat er nog es vijf centimeter extra háár bovenop! Die Russische beer – zo ziet ie er werkelijk uit! – is door dochterlief gedropt bij pa en moe, nadat haar man definitief de kuierlatten had genomen..

Twee dagen later arriveerde er een brief van de Telecom districtsdirecteur. Hij verwelkomde mij met open armen, heerlijk, weer een nieuw klantje die voor veertig gulden per maand – het hele jaar door! – een spreekijzertje mag oppakken.

Héé..!’ was m’n reactie, ‘dat wordt me gortig, ik had toch gevraagd om een tarief reduit, vanwege het feit dat ik met weinig armslag in een ‘Residence Secondaire’ slechts vijf maanden per jaar mijn dagen slijt?!’
In de brief van monsieur le directeur stond met koeienletters dat ik huisde in een vorstelijke Residence Primaire.. Ik ijlde onmiddellijk naar de bank in Belvès om twee zaken te regelen:
a. een zgn relevé de compte (een papier waarin staat dat je bij deze bank als creditwaardig bekend bent, plus nog een aantal onduidelijke zaken.)
En b. ik verlangde een wijziging van de verzekeringspapieren waarin duidelijk moest worden aangegeven dat mijn bescheiden optrekje een Residence Secondaire moest voorstellen. (tot m’n verbazing stond in de contracten dat ik mij schuil hield in een …Primaire..)
Het rel. de compte kreeg ik ter plekke uitgereikt, voor het andere document moest ik me maar telefonisch in verbinding stellen met een opgegeven nummer. Nu ja, ik had telefoon, dus vooruit maar.
‘Ach.. dat is geen moeite monsieur, geeft u het verzekeringsnummer maar even, dat verander ik ter plekke’ vertelde een aardige dame opgewekt.
‘Ik gooi het vanmiddag nog op de post.’
Na de ontvangst, twee dagen later, vertrok ik ‘s middags naar Sarlat.
Helaas zag ik niet de dame waarmee ik een woordje wilde wisselen.
Een andere jongedame vroeg of zij mij van dienst kon zijn. Nu, dat kwam goed uit; ik trok het pakje documenten voor de dag en legde uit dat hier een groot misverstand gaande was:
‘Ik had uitdrukkelijk verzocht om gereduceerd tarief, maar nu werd ik aangeslagen voor een vergulde telefoon’.
-Monsieur wij kennen geen lagere tarieven’ zei het kind lievig.
‘U snapt toch wel dat dit een heel onredelijke situatie is, vijf maanden een phone die je af en toe gebruikt, en zeven maanden hangt daar een spreekijzer waar de spinnen op hun gemak een webje omheen kunnen weven?’
Zij besloot de zaak voor te leggen aan een oudere collega.
Dit was een zeer doelbewuste dame die in eerste instantie eveneens de boot wilde afhouden. Maar daar nam ik geen genoegen mee.

-Iedereen kan wel zeggen dat ie een … Secondaire bewoont,’ stelde zij strijdlustig.
‘Dat kan ik u hier bewijzen madame, alstublieft!’ ik toonde het verzekeringspapier.
-Ha..’ een beetje hoonlachend wees zij het van de hand, ‘dit is geen officieel document, ik moet een papier hebben van een fiscale instelling!’
‘Madame, ik bewoon absoluut een …Secondaire, ik woon permanent in Nederland, en enkele maanden hier. U begrijpt toch wel dat u mij binnen drie dagen hier weer in de winkel ziet, mèt het papier dat u zegt nodig te hebben. U ziet op dit papier toch duidelijk staan dat ik aan de voorwaarden voldoe!’
Een beetje weifelend keek zij naar mijn papierwinkel, pakte toen de brief van de directeur en sprak triomfantelijk:
-Hier staat toch duidelijk dat u een adres in Frankrijk hebt, waar de facturen naar toe worden gestuurd.’
‘Dat is nogal logisch madame, ik moet hier toch post kunnen ontvangen, en dat die facturen daar arriveren komt omdat de dame van enkele dagen geleden mij dat vroeg. Maar ik kan u vertellen dat zelfs het sturen van facturen niet nodig is, ik heb hier een banknummer waar Telecom zo de benodigde bedragen kan afschrijven..’
En hierna legde ik het formulier op tafel waarmee je kunt instemmen dat de Telecom op jouw bankrekening met het klompje langs mag komen.
Meteen had madame weer wat:
Schamper merkte zij op dat een louter banknummer lang niet toereikend was. Daar hoorde ook nog die speciale codes bij! Weer kon ik haar de pas afsnijden, rustig legde ik het relevé de compte voor haar neus waarop al deze gegevens netjes stonden afgedrukt.
Oh.. nu stokte het spraakwater wel wat; monsieur had zélf al stappen genomen om de betaling waterdicht te laten verlopen..
Met een zucht sprak zij:
‘U snapt zeker wel dat dit een heel exceptioneel geval is hè?

Ik zal voor deze keer door de vingers zien dat u niet over de officiële documen-ten beschikt. Ik moet van u in ieder geval een keihard bewijs dat u in Nederland woont hebben.’
Daar had ik op gerekend, zwijgend legde ik het paspoort op de toonbank.
‘Hmm..’ met frisse tegenzin begon zij een scherm op te roepen voor de gewenste modificatie. Waarschijnlijk was zij iets te geagiteerd, want terwijl het jonge ding ernstig toekeek hoe haar oudere collega gewiekst van alles inklopte.. liep het systeem in een ‘hang’..
Na diverse timmeringen op het toetsenbord drukte zij nijdig op: Control Alt Del..
De herstart duurde behoorlijk lang, dit was nu eenmaal geen freestanding PC, maar een apparaat dat in een Netwerk was opgenomen.
Enfin, na een dik halfuur kon ik toch met een bundeltje papieren het pand verlaten, ik viel nu onder de categorie: Residence Secondaire, met het recht op twee suspendingen per jaar.
Het ‘recht’ op een aantal vrije uren local tegen betaling was geschrapt, hierdoor was de vaste prijs per maand gedaald tot dertig gulden.

-.-.-
Cornelis Gorlee, Sagelat, voorjaar 2000