Radarwagens zijn apparaten die in onopvallende auto’s worden geplaatst. Ze worden bestuurd door politieagenten in uni-form of door werkne-mers van particuliere bedrijven die door de staat zijn geselecteerd in het kader van overheidsopdrachten.

Radarwagens controle-ren de voertuigen die ze tegenkomen (be-halve als er een middenberm is) en de voertuigen die hen inhalen (tot drie rijstroken links van hen). Ze kunnen ook worden gebruikt wan-neer ze stilstaan, langs de kant van de weg. Voor auto’s die worden bestuurd door werkne-mers van particuliere bedrijven is echter alleen gebruik in het verkeer mogelijk. Om stilstaand te kunnen functioneren, zijn na-melijk handelingen nodig die alleen door officieren van justitie kunnen worden uitge-voerd.

De technische marge van deze radars is 10 km/u voor snelheidsbe-perkingen van minder dan 100 km/u en 10% voor snelheidsbeper-kingen van meer dan 100 km/u (tegenover 5 km/u en 5% voor andere snelheidscon-troles), wat het dubbele is van die van vaste radars.

Radarwagens worden niet aangegeven op de wegen: deze systemen zijn geïntegreerd in onopvallende voertui-gen en maken gebruik van een infraroodflits, die niet zichtbaar is voor weggebruikers.

De afgelegde routes en de controleperiodes worden vastgesteld door de overheids-diensten, op basis van lokale ongevallensta-tistieken, voornamelijk op weggedeelten waar te hoge snelheden worden geconstateerd die tot ongevallen leiden en op alle soorten wegennetwer-ken (snelwegen, natio-nale, departementale of gemeentelijke we-gen).