jagen in frankrijk

Wij woonden vijftien jaar geleden in de Gers, een landbouwdepartement. Onze dichtstbijzijnde buurman was een uiterst aimabele boer. Hij was aardig, behulpzaam en dol op dieren. Hij verweidde elke dag zorgzaam zijn koeien, had een aanhankelijke hond waar hij gek mee was, en een paar katten en zorgde goed voor zijn land. Je zou zweren dat hij nog geen vlieg kwaad zou doen.

Iedere herfst, na 15 september, verscheen hij plotseling met een groot geweer in de hand op zijn land (en soms ook op het onze) en schoot hij op ieder dier dat hij voor de loop kreeg. Het jachtseizoen was dan weer begonnen. In Frankrijk wordt er volop gejaagd en met name ook door heel gewone mensen. Iedere agrariër in Frankrijk heeft een geweer, vergunning of niet, verzekerde mij in de Gers een Nederlander, die daar een boerenbedrijf was begonnen. Als door de autoriteiten naar de reden voor die bewapening wordt gevraagd (wat zelden gebeurt) is dat om schadelijke dieren als ratten en kippen stelende vossen en fretten te bestrijden. Maar in de praktijk werd (en wordt) er door iedere boer op het eigen land gejaagd. De jacht hoort bij de Franse campagne. Vijftien jaar geleden kon ik in de Gers patronen voor een jachtgeweer kopen bij mijn plaatselijke supermarkt: de Intermarché in Lombez had ze gewoon in de winkel. In een afgesloten vitrine weliswaar, net als de horloges, maar toch….., bij Albert Heijn of de Jumbo heb ik dat nooit gezien, ook niet op het platteland.

Heel lang (de hele middeleeuwen en nog wat langer) was de jacht in Frankrijk voorbehouden aan de adel en de koning. De Franse revolutie van 1789 maakte abrupt een einde aan die privileges. Vanaf dat moment gingen met name de bewoners van het platteland massaal aan het jagen. Dat roeide de wildstand bijna uit. Heel geleidelijk werd daarna de jacht door de overheid aan regels gebonden. Je mag alleen jagen op land dat onder het beheer valt van de plaatselijke jacht-vereniging en waarvan de eigenaar daarvoor toestemming geeft. Je moet een jachtvergunning hebben, die je alleen kan krijgen na een examen en als je lid bent van een jachtvereniging. De dagen waarop je mag jagen zijn sterk beperkt. Het aantal dieren van een bepaalde soort dat geschoten mag worden, wordt per departement vastgesteld en voor het jachtseizoen begint bekend gemaakt. Geschoten dieren moeten op een voorgeschreven wijze worden geslacht. Als je gaat jagen moet je aan allerlei voorschriften voldoen. Zoals het dragen van een oranje hesje of een oranje pet, zodat je zichtbaar bent voor de argeloze voorbijganger (en voor een collega jager). Bij een drijfjacht (een jacht met honden en/of drijvers die het wild opjagen in een richting waar de jagers met geweren klaar staan om het opgejaagde wild af te schieten) moet dat kenbaar worden gemaakt aan de rand van het gebied waar wordt gejaagd met bordjes “chasse en cours”. Niet op alle dagen mag gejaagd worden. De regels verschillen per departement. Meestal mag het op weekenddagen en op woensdag. Van alle landen ter wereld mag er in Frankrijk op het grootste aantal dieren gejaagd worden: 89 soorten zijn bejaagbaar. Van grote herten tot (voor ons onbegrijpelijk) merels en lijsters. Een andere buurman in de Gers, een gepensioneerde politieman, was ook een jager. Op duiven vooral, palombes. Hij had daarvoor zelf speciaal getrainde lokduiven die, net als vroeger in Nederland in een eendenkooi gebeurde, met lokeenden de wilde palombes als ze overvlogen naar beneden moest lokken zodat de jager ze kon verschalken.

Maar ook in Frankrijk, neemt het aantal jagers af. Er waren in 1976 meer dan twee miljoen tweehonderd duizend geregistreerde jagers. Nu zijn het er nog maar een krappe één miljoen tweehonderd duizend. In de Dordogne waren er in de jaren vijftig van de vorige eeuw 50.000 jagers, nu zijn er nog 20.000. De organisatie van jachtverenigingen maakt zich daar zorgen over en is een campagne begonnen om de jeugd te interesseren voor de jacht.

Jagen is niet zonder gevaar voor de jager zelf of de onschuldige passant Er gebeuren in Frankrijk per jaar tussen de 100 en 200 ongelukken tijdens de jacht. Daarvan zijn er tussen de tien en de twintig met dodelijke afloop. Voorzichtig dus als je tijdens het wandelen op een drijfjacht stuit. Zeker als je een hond bij je hebt.

Het aantal dieren dat per jaar geschoten mag worden neemt toe. Dit jachtseizoen mogen (moeten) er in de Dordogne minimaal 12.250 en maximaal 18.200 everzwijnen geschoten worden en tussen de 16.600 en 18.300 reeën. Die (hoge) aantallen houden verband met het stijgende aantal wilde dieren en het daaraan verbonden stijgend aantal klachten van boeren over schade aan hun oogst. Ook zouden steeds vaker wilde dieren de tuinen van inwoners van de Dordogne “bezoeken” en daar vernielingen aanrichten. Ik heb dat zelf een keer meegemaakt in de Gers. Onze hond, toen een bennersenner en daarmee niet bepaald een kleine hond begon opeens vervaarlijk te blaffen. Er kwam een flink everzwijn ons grasveld op. De hond durfde het beest niet te benaderen. Ik heb het zwijn weten te verjagen door met een riek gewapend en luid roepend langzaam op hem af te gaan, maar het was wel een beetje angstige ervaring.

Beer