Franse taal

Enkele Franse uitdrukkingen deel 10

Frans

  1. Courir deux lièvres à la fois
  2. Découvrir le pot aux roses
  3. Dire à quelqu’un ses quatre vérités
  4. Donner de la confiture aux cochons
  5. Donner le coup d’envoi
  6. En avoir gros sur la patate
  7. En faire tout un fromage
  8. Entre la poire et le fromage
  9. Être aimable comme une porte de prison
  10. Être belle comme le jour 

Nederlands

  1. Van twee walletjes eten
  2. Het fijne ervan te weten komen
  3. Iemand ongezouten de waarheid zeggen
  4. Paarlen voor de zwijnen gooien
  5. Het spits afbijten
  6. Het moeilijk hebben
  7. Van een mug een olifant maken
  8. Aan het einde van de maaltijd
  9. Zeer onaangenaam zijn
  10. Voor een vrouw: beeldschoon zijn