Franse taal
Enkele Franse uitdrukkingen deel 22
Frans
- Qui ne risque rien n’a rien
- Qui part à la chasse, perd sa place
- Qui s’excuse, s’accuse
- Qui se ressemble s’assemble
- Qui trop embrasse, mal étreint
- Rendre à quelqu’un la monnaie de sa pièce
- Revenons à nos moutons
- Rien ne sert de courir, il faut partir à point!
- Rien ne va plus
- Rira bien qui rira le dernier
Nederlands
- Wie niet waagt, die niet wint
- Opgestaan is plaats vergaan
- Wie zich verontschuldigt, beschuldigt zichzelf
- Soort zoekt soort
- Niet te veel hooi op je vork nemen
- Iemand een koekje van eigen deeg geven
- Laten we terug naar de kern van de zaak gaan
- Zich haasten heeft geen nut: men moet op tijd beginnen
- Niets gaat meer
- Wie het laatst lacht, lacht het best