Rob gipon (1943 - 1998)
Over Rob Gipon
Rob Gipon leeft voort, leeft voort in en door zijn kunst. Wat een levenslust spreekt uit zijn werk. Wat een fantasie en kleurenpracht laat hij je zien. Dat deze kunstenaar zo jong is gestorven is tragisch, want het is duidelijk dat zijn talent nog lang niet is opgedroogd. Elke keer weer kon hij je verrassen met weer een nieuwe ontwikkeling in zijn veelbewogen kunstenaarsleven. Zijn leven lang heeft Gipon voor de kunst geleefd en hij leefde er ook letterlijk tussenin.
Al van jongs af aan zijn teken- en schilderkunst Gipon’s lust en leven. Zijn drijfveer om kunstenaar te worden is zo groot dat hij zich op nog te jonge leeftijd bij de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam aanmeldt. Dankzij de steun van Professor Charles Roelofsz kan hij voortijdig op de Rijksacademie worden toegelaten. Daar wordt Gipon’s talent onderworpen aan een gedegen kunstenaarsopleiding die al snel zijn vruchten afwerpt. Hij oefent zich in vele kunstenaarstechnieken en krijgt ze al in zijn enthousiasme vlug onder de knie.
In zijn beginjaren als zelfstandig kunstenaar excelleert Gipon in fijngeschilderde olieverfschilderijen met Jeroen Bosch-achtige taferelen. Daarnaast aquarelleert hij, gecombineerd met fijne pentekentechniek, vreemde wezens in grappige situaties. Het zijn ook dit soort verschijningen die hij op zink gaat etsen en op papier afdrukt, soms van meerdere etsplaten tegelijk.
In de loop der jaren gaat Gipon op steeds grotere formaten werken en gelijktijdig groeien de figuren die hij tekent of schildert met die formaten mee. Hij gaat niet alleen steeds groter werken, voornamelijk etsen en gouaches, hij leert zichzelf tegelijkertijd ook nieuwe technieken aan, zoals fotografie en zeefdrukkunst. Daarvoor schaft hij alles aan dat hij nodig heeft: een fototoestel, een kompleet ingerichte donkere kamer en een zeefdruktafel van 90 x 130 cm. In beide technieken bereikt hij begin jaren tachtig grote hoogten, maar dat blijkt van tijdelijke duur.
Hij ontdekt dat hij in olieverf, net zoals met zijn gouaches, ook in grote afmetingen uit de voeten kan. Het is dit medium dat ook qua kleur helemaal bij hem lijkt te passen. Zijn reeds eerder gemaakte gouaches dienen hem daarbij vaak tot voorbeeld en vormen de basis voor de eerste schetsmatige opzet. Het materiaal waarop Gipon schildert is niet altijd het bekende schilderslinnen of –doek. Soms geeft hij liever de voorkeur aan voorwerpen die al een leven in andere hoedanigheid achter de rug hebben, zoals kastdeuren, tafelbladen, planken of balken uit slooppanden. Houten dragers als ondergrond die zijn fantasie prikkelden en die hij, net zoals de Vlaamse primitieven uit de 15e eeuw meestal tot twee- of drieluiken samenvoegt om daarmee de twee of drie-eenheid te benadrukken.
Gipon kon de schoonheid en de ouderdom van de dingen feilloos aanvoelen en hij kon dat ook op een verrassende manier onder woorden brengen. Hij begreep de magie van de dingen als geen ander en ging daar ook zo mee om.
Gipon heeft niet alleen voor en tussen zijn kunst geleefd, hij gedroeg zich er ook naar. Iedereen die hem wel eens tegen het lijf is gelopen in de buurt van zijn huis op de Prinsengracht 375, kan hem voor de geest halen als een persoon die er zichtbaar anders bijliep. Hij had echt iets van een schilder, van een 20e eeuwse Rembrandt, maar tegelijkertijd had hij ook iets profetisch, vooral ook met zijn onafscheidelijke wandelstaf in latere jaren. Dat Meester Gipon een opvallende verschijning was is zeker. Zijn kleurrijke voorkomen komt daarom goed overeen met de kleurrijke werken die hij als kunstenaar heeft geschapen.
Gipon’s werk is figuratief te noemen, maar ook weer niet volledig realistisch. Eerder neigt hij naar het surrealisme. Het fantasierijke in zijn voorstellingen is ontsproten aan de wereld van de droom; net als bij Jeroen Bosch een beeld had van de hel en het vagevuur met de fantastische wezens die daarin ronddoolden. Ook kun je bij Gipon’s schilderijen denken aan Picasso-achtige personages, die je zowel van voren als van opzij kunt zien.
Gipon’s stijl is eigenzinnig, krachtig en vol expressie. Het heeft de raakvlakken met de spontaniteit van de Cobra-beweging en Lucebert komt eerder in je op. Net zoals Picasso en ook Cobra werd Gipon mateloos gefascineerd door Afrikaanse plastieken. Niet alleen de verschijningsvorm van de Afrikaanse beelden konden hem inspireren – het waren ook de rituelen en de magie die hem tot schilderen hebben aangezet.
Enkele maanden voor zijn dood heeft Gipon nog de moed gehad om een nieuwe fase aan zijn – te korte – kunstenaarsbestaan toe te voegen. De grote potloodtekeningen op ruw, gescherpt papier bewijzen niet alleen zijn kracht om op een vernieuwende manier zijn eigen stijl te bouwen en trouw te blijven, maar tegelijkertijd ook een hommage aan twee inspirerende grote schilders uit de kunstgeschiedenis, namelijk zijn favoriet Jeroen Bosch en Botticelli. Dat Gipon hiermee vernieuwing en traditie op zo’n bijzondere wijze kon laten samensmelten, bewijst naar mijn mening dat ook hij tot een van de grotere kunstenaars moet worden gerekend.
Rob Lambers, kunsthistoricus
Amsterdam, 3 mei 1999
Mocht u meer info willen over de getoonde werken, dan kunt u kontakt opnemen met redactie.eaudevie@gmail.com