Ook als ze vanaf de openbare weg niet zichtbaar zijn, kan een burgemeester een eigenaar dwingen zijn op zijn land opgeslagen afval te verwijderen. Dit heeft het bestuursrechterlijk hof van beroep van Nantes beslist in zijn arrest van 5 maart 2021.
Gealarmeerd door buren, vraagt de burgemeester van een stad een eigenaar om zijn afval op zijn eigendom binnen 15 dagen te verwijderen. Aangezien dit verzoek onbeantwoord is gebleven, besluit de burgemeester bij decreet hem op de hoogte te stellen om binnen 45 dagen aan de eis te voldoen. Geconfronteerd met een nieuwe weigering vaardigt de burgemeester een nieuw decreet uit. Deze tekst voorziet in een boete van € 50,- per dag tot volledige verwijdering van het afval tot een maximum bedrag van € 8.400,-. Dit bedrag is gelijk aan de kosten van de verwijdering uitgevoerd door een gespecialiseerd bedrijf.
De eigenaar besluit vervolgens dit laatste besluit aan te vechten, maar de bestuursrechter wijst zijn verzoek af. Hij besluit dan in beroep te gaan. Voor het hof van beroep dat is gebaseerd op artikel L541-3 van het milieuwetboek, is de burgemeester bevoegd om de nodige maatregelen te nemen met het oog op de verwijdering van afvalstoffen wanneer hun achterlating, hun afzetting of hun behandeling een gevaar vormen.
Daarnaast hanteert de rechtbank de definitie van afvalstof volgens de Raad van State, namelijk “elke stof die als zodanig niet is onderzocht in het productieproces waarvan zij is afgeleid, tenzij het latere gebruik, zonder voorafgaande bewerking, zeker is”. Op basis van de door de gemeente aangeleverde foto’s is de rechtbank echter van oordeel dat de gebruikte objecten op de betreffende grond niet zo maar later in gebruik kunnen worden genomen. Ze vormen dus afval dat een gevaar kan vormen voor de volksgezondheid. Ook kan de burgemeester zijn politiebevoegdheid uitoefenen, ook als deze verspilling niet zichtbaar is vanaf de openbare weg.
Bron: Service-Public.fr