Wat zijn de verschillende categorieën wijnen?
Er zijn 2 categorieën :
- Les vins sans indication géographique (VSIG): wijnen zonder geografische aanduiding (komen overeen met de oude tafelwijnen)
- Les vins avec indication géographique (IG): wijnen met geografische aanduiding
De vermeldingen op de flessen verschillen dan ook van categorie tot categorie.
Op het etiket moet bijvoorbeeld vermeld worden:
- La dénomination de vente: vermelding “Appellation d’Origine Protégée” (AOP) of “Indication Géographique Protégée” (IGP) of bijvoorbeeld “Vin de France”
- Le titre alcoométrique volumique acquis (TAVA): bijvoorbeeld 14 % vol.
- Le volume nominal: bijvoorbeeld 75 cl.
- La provenance: herkomst
- Les informations relatives à l’embouteilleur: informatie met betrekking tot de bottelaar
- La présence d’allergènes: de aanwezigheid van allergenen
- Indication de la teneur en sucre pour les vins mousseux, les vins mousseux gazéifiés, les vins mousseux de qualité et les vins mousseux de qualité de type aromatique:
►Brut nature: suikergehalte <3 g/l en geen toegevoegde suikers na de fermentatie
►Extra brut: suikergehalte tussen 0 en 6 g/l
►Brut: suikergehalte <12 g/l
►Extra-sec: suikergehalte tussen 12 en 17g/l
►Sec: suikergehalte tussen 17 en 32 g/l
►Demi-sec: suikergehalte tussen 32 en 50 g/l
►Doux: suikergehalte hoger dan 50 g/l
- Le numéro de lot: Het partijnummer. Kan uit cijfers of letters bestaan en wordt voorafgegaan door de letter “L”
- Le message sanitaire (boissons > 1,2 % d’alcool): De gezondheidsboodschap (drank > 1,2% alcohol) : dit is de boodschap of het pictogram dat alcoholgebruik voor zwangere vrouwen afraadt. Het moet in de buurt van het werkelijke alcohol-volumegehalte worden geplaatst
Wijnen (inclusief champagne) zijn onderworpen aan zeer strikte voorschriften om de traceerbaarheid van het product te garanderen. De etiketten op een fles wijn zijn dus een waardevolle informatiebron.
Sommige wijnen hebben geen “Appellation d’Origine Protégée” (AOP)(beschermde oorsprongsbenaming) of “Indication Géographique Protégée” (IGP) (beschermde geografische aanduiding) op hun etiket. Ze komen niettemin overeen met een specifieke categorie die vroeger bekend stond als “tafelwijn” en die nu “Les vins sans indication géographique” (VSIG) (wijn zonder geografische aanduiding) wordt genoemd. Deze categorie is verplicht om op het etiket het land van oorsprong waar de druiven werden verzameld en verwerkt en de categorie van het product van de wijnstok waartoe deze wijnen behoren (wijn, mousserende wijn, enz.), te vermelden. Zo zijn wijnen zonder geografische aanduiding en geproduceerd in Frankrijk eraan gewend geraakt de woorden “vin de France” weer te geven.
Wijnen met een geografische aanduiding
Dit zijn wijnen waarvan de druiven worden geoogst en gevinifieerd (wijnbereiding) in een afgebakend geografisch gebied, met vastgelegde productie-voorwaarden.
Er zijn twee subcategorieën:
- L’appellation d’origine protégée (AOP) (beschermde oorsprongsbenaming): de vermelding van AOP op een etiket betekent dat de wijn verbonden is met een specifiek gebied en knowhow. De wijn moet eerst de vermelding “l’Appellation d’Origine Contrôlée” (dwz Franse equivalent AOC) hebben. Pas als de wijn de vermelding “AOP” heeft, kan de wijn worden geregistreerd in het Registre Européen des Dénominations Protégées en zodoende beschermd worden.
- L’indication géographique protégée (IGP) (beschermde geografische aanduiding): de IGP is ook gebaseerd op de relatie van het product met een bepaald gebied en voldoet aan dezelfde registratiebeperkingen op nationaal en Europees niveau. De productievoorwaarden zijn echter minder restrictief (geen perceelsafbakening zoals in de AOP, ruimere keuze aan druivenrassen, enz.).
Er kan aanvullende informatie op een etiket staan die kan helpen ervoor te zorgen dat een product aan de voorschriften voldoet. Deze verklaringen, zonder dat ze verplicht zijn, zijn niettemin onderworpen aan regelgeving:
- het oogstjaar: om een oogstjaar te kunnen claimen, moet de producent minstens 85% van de druiven hebben geoogst tijdens het jaar dat op de fles staat vermeld
- het druivenras: op dezelfde manier als het oogstjaar geeft een druivenras op een fles wijn aan dat in principe 85% van de druiven overeenkomt met het aangegeven ras (100% van de druiven als er minstens twee druivensoorten op het etiket vermeld staan)
- de productiemethode: producenten kunnen beslissen om bepaalde productiepraktijken te benadrukken. Zo kan op de fles het type vat worden aangegeven waarin de wijn gerijpt heeft (“gerijpt in eikenhouten vaten”), een bepaalde vinificatie “fermentatie in de fles”, een cultuur van de wijnstok en een bepaalde vinificatie “biologische wijn”… Om deze informatie te gebruiken, moet aan specifieke voorwaarden worden voldaan.
- landbouwbedrijf: de vermelding van landbouwbedrijf is voorbehouden aan AOP en IGP. Om het op een fles te kunnen weergeven, moet de wijn uitsluitend op de boerderij zijn geoogst en gevinifieerd. Voorbeeld: “Château”, “Domaine”, “Clos”, “Mas” …
- de logo’s van de Europese Unie “AOP” en “IGP”
- het suikergehalte voor “les vins tranquilles”:
►Sec (droog): suikergehalte niet hoger dan 4g/l
►Demi-sec: suikergehalte tussen 4 et 12 g/l
►Moelleux (zacht): suikergehalte tussen 12 et 45 g/l
►Doux (zoet): het suikergehalte is hoger dan 45 g/l
Voor Champagne gelden weer andere regels (verdere informatie volgt in een volgend artikel)