Wat is er mooier dan op een misschien wel minder zonnige dag, of juist wanneer het té warm is om iets anders te doen, de koelte van een kasteel op te zoeken? De Dordogne/Périgord biedt de overtreffende trap in aantal en de geschiedenis wordt hier tastbaar. Zij dateren uit meerdere eeuwen. Het bouwen van versterkte stadjes en burchten begon natuurlijk al in de Romeinse tijd om van prehistorische onderkomens nog maar niet te spreken. Maar kastelen zoals wij ze kennen en die nu nog overeind staan, al of niet als ruïne, daarvan dateert de bouw van ongeveer tussen 1100 en 1200 en oplopend tot de Renaissance. Een niet-onaanzienlijk aantal is nog particulier bezit! Ik ga hier even voorbij aan de neo-kastelen.

Dat biedt een nogal ruime keuze en sommige, zoals het Château de Commarque en Castelnaud, springen er natuurlijk als eerste uit. Castelnaud vanwege de geslaagde restauratie, de bijzondere activiteiten die er worden georganiseerd, het feit dat het ook een ‘oorlogsmuseum’ is en de locatie boven de rivier Dordogne, zo dicht bij de schitterende middeleeuwse stadjes Beynac – alwaar ook het kasteel van Beynac – en La Roque-Gageac. En Commarque vanwege de wonderlijke geschiedenis en de situatie dichtbij Les Eyzies, waar sowieso van alles te beleven valt.

Ook bevinden zich in de Dordogne verschillende ’maisons fortes’ oftewel versterkte huizen, waarvan sommige in de rotsen zijn gebouwd zoals bijvoorbeeld het ‘Maison Forte de Reignac’, iets voorbij Tursac, gebouwd rond 1400. Je kunt dit wonderbaarlijke huis bezoeken. De ramen werden er pas in de 16de eeuw in aangebracht.

Er bevindt zich binnen een heel klein kamertje alwaar de heer uit die periode, die een uitzonderlijk wrede inborst had, de schone jonge vrouwen uit zijn heerlijkheid placht te ontmaagden, een ‘recht’ dat vele ‘heren’ zich in die tijd toe-eigenden. In het kamertje hangt een klein artikel waaruit blijkt dat aan vrouwen alle kwaad werd toegeschreven hetgeen rechtvaardigde hen zeer slecht te behandelen en in sommige gevallen ter dood te brengen wegens verdenking van hekserij.

Maar als je nog eens een ander kasteel wilt bezoeken, dan is het Château de Losse misschien een goed idee.
Dit echt prachtige kasteel ligt tussen Thonac en Montignac. Het enorme terras is een sterk staaltje bouwkunst want het is gebouwd op een overhangend stukje rots. Er worden rondleidingen gegeven, en niet-Franstaligen kunnen de ronde doen aan de hand van een vertaalde tekst.

Ik ga hier niet teveel loslaten over de geschiedenis van het Château de Losse omdat het veel te leuk is om het tijdens je bezoek te vernemen. Wel wil ik erover vertellen dat het eerste gebouw werd opgetrokken in opdracht van Jean de Losse in 1575 op de overblijfselen van een oudere burcht; hij was de leraar van de toekomstige Henri IV. In die hoedanigheid kreeg hij het recht op eigendom en werd hem het kasteel geschonken. De familie De Losse, die al rond 1100 in Montignac gevestigd was en later in dienst stond van de koningen van Frankrijk, was oorspronkelijk een Vlaams geslacht uit Brugge en vanwege hun vele verdiensten aan de Franse kroon al een gerespecteerde en hooggeplaatste familie. Jean de Losse, telg uit dit van oorsprong Vlaams geslacht, werd dus de kasteelheer vanwege zijn verdiensten en getoonde heldenmoed als hoge militair o.a. tijdens de campagne van Azincourt. Het was deze Jean II de Losse die de opdracht gaf tot de aanpassingen aan het kasteel in Renaissance stijl.
Ook voor hen die van tuinen houden is het een bezoek waard. Het zijn zogenaamde Franse tuinen en hebben het predicaat ‘Jardin Remarquable’.

Leuk détail: in het torentje bij de ingang tevens uitgang is een heuse Brocante gevestigd. Je vindt er smaakvolle cadeaus voor je huis of voor thuis. Zeker een bezoek waard.
Na een bezoek aan het Château kun je in Montignac verschillende restaurants vinden voor je lunch of diner als goede afsluiting van je uitstapje.