FRANÇOISE DIT

We beginnen een nieuwe rubriek: “Françoise dit”. Françoise is Françoise Pein, voormalig lerares Frans, die momenteel als vrijwilligster twee van onze redactieleden wekelijks twee en een half uur Franse les geeft (en dat is afzien!). Wij hebben haar gevraagd of zij bereid was met een zekere regelmaat een stukje te schrijven voor ons blad over een onderwerp dat onze lezers als Nederlanders in Frankrijk kan interesseren. Uiteraard schrijft Françoise in het Frans, maar wij drukken naast haar tekst een vertaling af zodat iedereen het stuk kan lezen. Goed voor ieders frans en goed voor de integratie.

Françoise heeft in Duitsland Franse les gegeven op het Werner von Heisenberg lyceum in Neuwied am Rhein (vlakbij Koblenz) en in Frankrijk les in Duits en filosofie. Verder is zij hoofd geweest van de bibliotheek in Gourdon. Françoise woont in de Lot.

aqua vitae

A VOTRE SANTÉ!

Si vous aviez baptisé votre magazine “Eau bénite”, cette eau qui croupit au fond des bénitiers à l’entrée des églises, je n’aurais su que dire mais votre goût pour les alcools forts m’a beaucoup fait rire et inspiré ces quelques lignes.

Pour moi, l’ “aqua vitae” ce serait plutôt l’eau pure qui jaillit de la source, la pluie tant attendue après un été caniculaire ou bien l’eau vive d’un torrent de montagne. Eh bien, non. L’eau-de-vie est un alcool obtenu par distillation de jus fermenté de fruits, de plantes ou de graines de céréales dans un alambic, un appareil composé essen-tiellement d’une chaudière en forme de cornue surmontée d’un gros tuyau terminé par un serpentin placé dans une cuve d’eau froide.

L’eau-de-vie, apparue au Moyen-Age, considérée comme remède(!), fut longtemps vendue exclusivement par les apothicaires. Au XVIe siècle, les médecins en faisaient le plus grand éloge et lui prêtaient la vertu d’allonger la vie! C’est surtout un anti-septique efficace dont on se servait, jusqu’au milieu du siècle dernier, dans les campagnes, pour désinfecter les plaies des humains et des animaux.

Savez-vous que vous pouvez devenir bouilleur de cru? Tout propriétaire d’arbre fruitier, même d’un seul arbre, peut apporter sa récolte à un bouilleur ambulant, un artisan inscrit à la Chambre des Métiers, ayant une autorisation d’exercer émanant de la Préfecture et du Service des Douanes, qui se déplace, entre octobre et mars, de village en village, avec son (ses) alambic(s) et peut distiller tout type de fruit fermenté pour produire un alcool familial à 50°, dans la limite de 20 litres par propriétaire.

Si vous n’avez pas la chance de posséder un verger, faites-vous inviter à une bonne table campagnarde, où à la fin d’un copieux repas sûrement déjà bien arrosé on vous proposera pour digérer !!! la goutte, une prune, une p’tite gnôle, une rincette, un pousse-café, un tord-boyaux, un pousse-au -crime…etc etc, ces jolis noms imagés de l’eau-de-vie.
Attention à la gueule de bois!
Dans le Sud-Ouest, on vous servira de préférence, de l’eau-de-vie de prunes, de l’Armagnac ou du Cognac, en Normandie du calvados, en Alsace du kirsch, de l’eau-de-vie de quetsches ou de mirabelles.

N’oubliez pas que l’abus d’alcool est déconseillé et dangereux!
Boire ou conduire, il faut choisir.

 
 

PROOST!

Als jullie jullie blad “Eau benite” hadden genoemd (dat water dat in wijwatervaten bij de ingang van kerken staat) dan had ik niet geweten wat ik moest schrijven, maar jullie trek in sterke drank heeft me aan het lachen gemaakt en me geïnspireerd om onderstaande regels te schrijven.

Voor mij is “aqua vitae” eerder het klare water dat uit een bron borrelt of de lang verwachte regen na een hittegolf of ook wel het levende water uit de bergen. Maar goed, dat is het niet. Eau de vie is een alcoholische drank die wordt verkregen door destillatie van gegist fruit, planten of graan in een alambiek (een destilleertoestel), een apparaat dat in essentie bestaat uit een waterketel in de vorm van een destilleerkolf gemonteerd op een grote koker, die eindigt in een slangvormige kronkel die weer in een kom met koud water is geplaatst.

Eau-de-vie, dat in de middeleeuwen voor het eerst verschijnt, werd toen gezien als een geneesmiddel(!) en werd heel lang uitsluitend door apothekers verkocht. In de zestiende eeuw prezen de artsen het de hemel in en schreven het de eigenschap toe dat het het leven zou verlengen! Het was vooral een doeltreffend antiseptisch middel tegen plagen bij mensen en dieren, waar men tot aan het midden van de vorige eeuw op het platteland gebruik van maakte.

Weten jullie dat jullie ook een “bouilleur de cru” kunt worden? Iedere eigenaar van een fruitboom, al is het er maar eentje, kan zijn oogst naar een ambulante bouilleur (stoker van brandewijn) brengen, een ambachtsman die is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en die een vergunning heeft van de Prefecture en de Service des Douanes en die van dorp tot dorp rondreist van oktober tot maart met zijn alambiek(en) en die elke soort gegist fruit kan distelleren om een huis-alcohol tot 50 % te maken met een maximale hoeveelheid van 20 liter per fruiteigenaar (zie bovenstaande foto voor een rijdende alambiek van een bouilleur ambulant).

Als je niet het geluk hebt om een boomgaard te hebben, laat je dan uitnodigen voor een goed plattelandsmaal, waar aan het einde van de copieuze maaltijd, die ongetwijfeld goed “besproeid” was, men je om het verteren(!!!) te helpen een goute (borreltje) zal voorstellen, een prune (pruimenbrandewijn) of een p’tite gnôle (klein slokje brandewijn), een rincette (afzakkertje), een pousse-café (borreltje bij de koffie) een tord-boyaux (een foezel) of een pousse-au-crime (neutje ) etc, etc, allemaal leuke eufemismen voor eau de vie. Pas wel op voor een kater!

In de Sud-Ouest schenkt men het liefst eau de vie van pruimen, armagnac of cognac, in Normandië calvados, in de Elzas kirsch, de eau de vie van kwetsen of mirabellen.

Vergeet niet dat te veel alcohol gevaarlijk is en wordt afgeraden! Boire ou conduire, il faut choisir (drinken of auto rijden, daar moet men tussen kiezen).

Françoise Pein